Een bloem stond naar een bij te wuiven
En vroeg: ”Kom je mijn stamper bestuiven?
Anders bekijk het maar m’n beste vrind
Dan laat ik me bestuiven door de wind”.
Kinderen rennen, ravotten en dollen
Houden van tikkertje spelen en hollen
Speelden ze vadertje en moedertje of zo
Dan kon ik gaan liggen, want jij bent de radio.
Moeder als hoofd van het gezin
Daar brengt geen kerel iets tegen in
"Zo heeft het gezeten", zei moeder klip en klaar
En paste de stukken van de pispot aan elkaar.
De mooiste intocht van Sint
Dat weten ouder en kind
Zal ik je vertellen
Is in Deventer aan de Welle.
Hoezeer ze aan bloemen was verknocht
er werd nimmer een bos voor haar gekocht
Terwijl ze schetterde kwam hij met een meesterzet
En heeft hij haar op de kop in een bloemenvaas gezet.
De worm zat angstig voor zich uit te staren
Naar een gietelink die maar niet kon bedaren
De gietelink zong het allermooiste lied
Waarop de pier zei: “Ik hoor hem liever niet”.
Op de hoek van het station in Ravenstein
Kwam een raaf in botsing met een trein
Met de kraaienmars werd hij uitgezwaaid
De laatste eer, de raaf was uitgekraaid.
Van poëzie krijgt men nimmer genoeg
Van avondslaat tot ochtendsvroeg
Ontsnap aan de sleur van alledag
Dan gaat de geest voor je aan de slag.
Vandaag was ze goed gemutst
Haar vent had dat verprutst
Dartel en geil betastte hij haar billen
Notabene tijdens het piepers schillen.
Draden glinsterden in ‘t avondlicht
Door de maan diffuus verlicht
Haar structuur zo nauwgezet
Vliegen en muggen opgelet.
Een veldheer van stand en klasse
Stond op het veld van eer te plassen
Het was slecht weer, hij keek niet op of neer
En piste toen zo in de loop van zijn geweer.
De haas geaffecteerd tot zijn belager:
“Zeg jij, klojo van een gesjeesde jager
Als er nog eenmaal op ons wordt geschoten
Bijt ik in je patroontas en pel ik je noten”.
Ciao, il mio più grande amore
Scusa, ikke heb me nie geschoren
Mio piccolo Gillette, zei verrek.
Ikke nu hebbe stoppels aan m’n bek.
Mien moder neiden vròger de mooiste kleren
Veur jonges, meiden, dames en heren
Altied ‘t mooiste van ‘t mooiste um an te trekken
Wat moder eneit had, liepe wie mee te sjekken.
Weg Roetveegpiet, dat ziet een kind toch zo
“Kijk mama, daarginds die Piet dat is ome Jo”
Laat dé Zwarte Pieten die roetveegmoppen
In Apeldoorn lekker in een schoorsteen proppen.
Een vrolijke huismus uit Wilp
Riep elke ochtend: “tsjilp, tsjilp, tsjilp”
In de middag klonk hetzelfde lied
want meer woordjes wist hij niet.
Jantjen zat met ‘n deuksken
te spöllen in ‘n heuksken
In zien voeste hatte ‘n lekkere lotse
van allemoale deukskes, ‘n hele fòtse.
Jantje zat met een doekje
te spelen in een hoekje
In zijn vuist had hij een lekkere lots
van allemaal doekjes, een hele bos.
We zeilden over het IJsselmeer
In Enkhuizen was het prachtig weer
Medemblik deden we per treintje
En in Urk namen we een lijntje.
Oaveral in de stad règenden ‘t bommen
D’r was neet meer an rubber te kommen
Zelfs kapötjes gebruukten ze telkens weer
Neet eene, nee soms wel twintig keer.
Oh Marlene, Oh Marlene
Wat heb je mooie benen
Marlene oh, Marlene oh
Wat heb je mooie benen-O.
Overal in de stad regende het bommen
Er was niet meer aan rubberte komen
Zelfs condooms gebruikten ze telkens weer
Niet één, nee soms wel twintig keer.
De gemeenteraad stond schouder aan schouder
Stemde tegen het voorstel van de wethouder
Werp eens een blik, laat de poppen weer dansen
‘t Speelgoedmuseum krijgt gelukkig nieuwe kansen.
Gait de Weerd
Had ‘n peerd
Dat neet lumbeert
Zien stärt blokkeert.
Naar Nöölklieren deel 2, van Henk van Baalen.
Zet je tanden in ‘t geluk
Bijt je gebit er niet op stuk
Eigen tanden is een rijk bezit
Weg geluk, maar met kunstgebit.
Je bent man, maar geen kerel, geen held
Bij gebruik van fysiek of verbaal geweld
Geweld tegen dieren, geweld tegen vrouwen
Kijk in de spiegel, hoe kun je van zo’n ego houden.
Dèventers schrieven da’s nièt niks
A’j alleen al zièt wa’j kunt doon met de X
Xnute de neuze want ik xnottere zo
Xpieje in een pötjen, xliepe in ‘t stro.
Dèventers schrijven dat is niet niks
Als je alleen al ziet wat je kunt doen met de X
Ik snuit de neus want ik snotter zo
Ik spuug in een potje, ik sliep in ‘t stro.
Ik zatte met mien snoete
plat tegen de roete
Deur mien oasem besloeg
de roete van de kroeg.
Ik weet nog dat ik melk dronk uit een glas
Vergeet nooit meer hoe lekker of dat was
De koe die voelde dat donders goed aan
Had er voor mij een velletje over heen gedaan.
Meest recente reacties
15.11 | 19:57
Hoi Marion, lees nu pas je bericht. Sorry beetje laat. Ben je inmiddels voorzien? Laat het even weten. Groet Fredde
02.09 | 10:20
Ik wil graag 2 exemplaren van je bijzondere boek...niet meer bij Bruna of Primera...
19.09 | 08:39
Dank voor je reactie. Dat klopt inderdaad. Met wie heb ik het genoegen?
18.09 | 15:28
Ben jij Freddy die vroeger trompet speelde bij de Deventer PTTfanfare? En was jouw vader havenmeester? Dan graag contact!
Deel deze pagina